De 5 grootste misvattingen over social media binnen maatwerkbedrijven
"Zouden we geen Facebookpagina beginnen?"
“Zouden we geen eigen Facebook-pagina beginnen?” Het is een zin die regelmatig opduikt tijdens stafvergaderingen in maatwerkbedrijven. En toch blijft de vraag voorlopig vaak onbeantwoord.
Enkele jaren geleden betrad ik voor het eerst Bewel. Met een pen in de hand, en in mijn denkbeeldige rugzak een lichte lading vooroordelen. De gastheren en -vrouwen trakteerden ons op een overdosis Limburgse hartelijkheid, maar vooral op een snelcursus sociale economie. Van werkvormen, koepels en invoegbedrijven tot doelgroepmedewerkers, departementen en tewerkstellingsmaatregelen… Alle termen passeerden de revue. Het was liefde op het eerste gezicht. Want een sector die ondernemerschap en sociaal engagement combineert, wie kan daar wat tegen hebben?
Vandaag, een jaar of 3 later, is de kalverliefde overgegaan in een diepe waardering. Voor de vele getalenteerde mensen die zich smijten binnen hun organisatie, voor hun medewerkers, voor de warmte binnen de sociale economie. Maar… na verloop van tijd leer je in een relatie ook de kleine kantjes kennen. Als ‘communicatiemens’ springt één welbepaald klein kantje er bovenuit: hoe kan het in godsnaam dat de sociale economie zo moeizaam extern communiceert, terwijl de boeiende verhalen in elke hoek van het kantoor voor het rapen liggen?
Die Grote Vraag beantwoorden we vandaag niet, maar ik trek wel één kamerdeur van het communicatiehuis open: social media. Tot mijn grote vreugde stel ik vast dat de sociale economie behoedzaam de deur naar de sociale media open tikt. Denk maar aan organisaties als De Winning, IN-Z, Waak en natuurlijk de onvermijdelijke Kringwinkels (mijn welgemeende excuses aan degenen die ik over het hoofd zie). Ondanks deze goede voorbeelden, deinzen nog heel wat maatwerkbedrijven terug voor social media. Ten onrechte? In wat volgt sta ik even stil bij de 5 grootste misvattingen over social media binnen maatwerkbedrijven.
Sociale media zijn geen eenrichtingsverkeer
1. “Onze beschermde werkplaats werkt B2B, dus social media zijn voor ons niet interessant”
Organisaties die zich tot de bedrijfswereld richten, vertonen soms de neiging overdreven zakelijk te communiceren. We herleiden een CEO of aankoopdirecteur gemakshalve tot een stijve vijftiger in maatpak, die van ’s morgens tot ’s avonds goochelt met dure termen. Geloof het of niet, maar in werkelijkheid zijn al die ondernemers, managers en CEO’s gewone mensen. Mensen die snakken naar eenvoudig, helder taalgebruik en interessante verhalen, net zoals jij en ik. En mensen die op Facebook zitten, samen met de helft van alle Belgen.
Je leest het goed: 1 op de 2 Belgen heeft een Facebookprofiel. 78% van hen (of 4,3 miljoen) logt zelfs dagelijks in. Om die simpele reden is het interessant om er actief te zijn: je kan er op een eenvoudige manier een groot aantal mensen bereiken. Zo blijf je ‘top of mind’ bij klanten, prospects, buurtbewoners, leveranciers, toekomstige werknemers, …: wanneer je Facebookvolgers een product of dienst nodig hebben, duik je onmiddellijk op in hun hersenpan.
Een indirecte return, met andere woorden. Maar Facebook (Twitter, YouTube, LinkedIn, …) kan je ook inschakelen als directe commerciële tool. Met spitsvondige posts lok je klanten naar jouw website. Of je overtuigt hen rechtstreeks om met jou in zee te gaan, via een advertentie op Facebook zelf. Omdat social media over bergen informatie over hun gebruikers beschikken, kan je er extreem doelgericht communiceren naar een afgebakende groep. Zo bereik je nog heel wat mensen, met een beperkt budget.
2. “Als we iets posten op social media, krijgen we misschien een negatieve reactie”
Als je schrik hebt voor reacties, blijf dan weg van social media. Krijg je regelmatig goedkeurende duimpjes op Facebook, retweets op Twitter of commentaren op LinkedIn? Perfect! Het is een teken dat mensen je posts lezen, en (niet evident online) het de moeite waard vinden om te reageren. Social media zijn geen eenrichtingsverkeer. Bedank je volgers op jouw beurt voor de reacties, door de dialoog aan te gaan (bv. te antwoorden op vragen).
Wat doe je wanneer er een negatieve reactie tussen zit? Dan kan je drie kanten op:
– Vaak reageert één van je volgers, zodat de discussie al vlug in positievere wateren belandt.
– Als de negatieve reactie objectief gezien onjuist is, weerleg dan in vriendelijke bewoordingen de fout en trek de situatie recht.
– Wanneer het echt de spuigaten uitloopt, kan je de ‘hater’ (sorry, even social media-jargon) nog altijd blokkeren.
3. “We hebben in de zomer een stagiaire, da’s ideaal om te starten met Facebook”
Social media zijn leuk, maar het is geen spielerei. Organisaties zien een Facebook-account nog te vaak als een geïsoleerd hobbyproject, waarbij ze dromen van een eenmalige virale hit. Een nice-to-have dus. Terwijl het stilaan een must-have is, die vruchten afwerpt op lange termijn. Werken rond social media is geen vluchtige sprint, het is een marathon die je serieus voorbereidt. En dus parkeer je die externe communicatie niet even bij een jeugdige passant(e).
Mensen volgen liever andere mensen dan anonieme organisaties. Als je je online bereik door het dak wil laten gaan, creëer dan een team van ambassadeurs. Een kransje die hard fans, die je boodschap helpen uitdragen (door te delen, te liken, …). In eerste instantie kunnen dat natuurlijk je werknemers zijn. Maar ook leveranciers, klanten of sympathisanten zijn vaak bereid om je blijde boodschap te verspreiden. Hoe dan ook, zorg ervoor dat je hele organisatie doordrongen is van social media. Wanneer de werkvloer regelmatig voor input zorgt, vergemakkelijkt dat het leven van een social media-manager aanzienlijk.
4. “Pff, hebben we wel genoeg te vertellen?”
Wees gerust. Organisaties in de sociale economie hebben eerder te veel dan te weinig te vertellen. Als je eens aan de draai bent, is het schrappen geblazen. Sterke communicatie is ingebed binnen een breder plan. Voor je begint, maak je daarom best een social media-plan op. Hierin bepaal je je doelstellingen en baken je af wat je wil uitstralen via social media. Binnen dit strategisch plan is er ook een luik ‘content’.
Stel jezelf bijvoorbeeld deze vragen om inhoudelijke verhalen te genereren:
- Wat zijn mijn doelgroepen? En welke inhoud interesseert hen?
- Wat zijn de vaakst gestelde vragen? En hoe kan ik deze FAQ’s proactief beantwoorden (bv. een anekdote over een extreem snelle levering om je flexibiliteit in de verf te zetten, een verhaal over de warme band tussen een begeleider en een doelgroepmedewerker om de kwaliteit van je dienstverlening te benadrukken,…)?
- Welke subpagina’s van mijn website verdienen extra aandacht (en kunnen we in de kijker zetten via social media)?
- Hoe kunnen we inspelen op vaste themadagen en/of de actualiteit (bv. een filmpje over een medewerker die deelnam aan de Special Olympics, een foto van de bezoekers tijdens OpenBedrijvenDag)?
- Welke leuke dingen gebeuren er binnen onze organisatie achter de schermen (bv. verjaardag, medewerker 10 jaar in dienst, personeelsuitstap, nieuwe directeur, …)?
Welke boodschap je ook verspreidt, waak over de mix tussen serieuze en speelse boodschappen. Pas je toon aan aan het medium: Facebook is speels en luchtig, Twitter eerder opiniërend en inspirerend.
5. Starten met social media, dat doe je zo
Heb je net een account aangemaakt, en sta je te popelen om online je eerste stappen te zetten? Dan zijn dit de eerste zaken waar je je best in kan verdiepen:
1. Verweef je social media-beleid in een globale communicatie- en marketingstrategie:
Stuif niet als een kip zonder kop weg, maar bepaal vooral je doel.
2. Maak een bedrijfspagina aan, als je op Facebook actief bent (geen persoonlijk profiel):
Die formule heeft enkele onmiskenbare voordelen (bv. je kan een ongelimiteerd aantal volgers aanvaarden, adverteren op Facebook, …)
3. Predik niet in de woestijn:
Het heeft weinig zin om fantastische foto’s en filmpjes te delen als je pagina een handvol volgers telt. Nodig dus de mensen uit je netwerk (en dat van je collega’s) uit om je online te volgen (bv. via een nieuwsbrief, via een persoonlijk mailtje, door hen uit te nodigen via Facebook of Twitter zelf). Maar trek de eerste weken ook een bescheiden budget uit voor advertising (promotie van je pagina en/of van je posts), zodat je een supportersschare opbouwt.
4. Verwerk je social media-iconen in andere communicatiedragers:
Dagelijks komen er heel wat mensen in contact met je organisatie. Wanneer ze een mailtje ontvangen, je website bezoeken, je nieuwsbrief lezen, … Zorg er daarom voor dat al deze communicatiedragers verwijzen naar je social media. Zo versterken deze communicatiemiddelen elkaar.
5. Waak erover dat je posts grafisch kloppen:
We leven in een beeldcultuur. Onderzoek toont aan dat posts met een afbeelding véél meer reacties genereren dan louter tekstuele boodschappen. Zorg dus voor een leuk, passend beeld (nee, geen logo dat te groot is voor de beschikbare ruimte op Facebook) bij je weloverwogen quote.